de witte muren doen mijn besmette
gedachten nog krachtiger lijken
woelende woorden
tekenen mijn hersenpan
grijs en zwart
er is storm op komst, maar
mijn dekens beschermen niet meer
mijn knuffels evenmin
zelfs het nachtlampje dat alle monsters doet verdwijnen
is niet opgewassen tegen de demonen in mijn hoofd